Arnaldus is alchemist geworden. Hij doet niets liever dan rommelen met gevaarlijke stofjes. Soms gaat er dan wel eens wat fout. Gelukkig is het laboratorium nog nooit ontploft. Het ziet er zelfs nog redelijk netjes uit.
De blokhut was prima geschikt voor het laboratorium dat ik in gedachten had. De buitenkant heb ik met roerhoutjes “betimmerd”. De kasten zijn van mijn favoriete sigarenkistjeshout gemaakt. Arnaldus kan er zich helemaal uitleven, maar aan zijn kapsel is te zien dat hij toch wat voorzichtiger moet zijn.
De kloostertafel is het enige meubelstuk. Verder staat alles op de vensterbanken en schappen. De verzameling bunzenbranders is gemaakt van ringen, spijkers en drukknopen.
Een rondgang door de blokhut laat duidelijk alle retorten, flessen en potten zien. De wirwar van al dan niet gekronkelde buizen is gemaakt van scoobydo slangetjes. De gasfles was ooit een plastic kokertje. Ook de plastic houders waar treinpoppetjes aan hangen doen prima dienst in het lab. Zonde om weg te gooien.
Veel van het glaswerk is op beurzen gekocht bij een glasblazer. Het is gevuld met gekleurde inkt.